Tijdens mijn zomervakantie ontving ik een foto van coördinator Jolanda die met een van mijn hulpvragers bij de VKB was. Hij ondertekende een saneringscontract die een eind zou maken aan een zeer lange periode van schulden. Hij glom van trots. Het was een lange en moeizame weg geweest. Trouw elke week even een bakkie bij hem doen. Veel gesproken via de app.
Ik bin weer heulemoal leeg in de kop. Gain gezeur meer van deurwoarders en zo. Het gait goud.
Onze hulpvragers hebben vaak een diep wantrouwen jegens organisaties. Zo ook mijn hulpvrager. Hij begrijpt brieven vaak niet en dingen gaan volgens hem niet zoals ze zijn afgesproken. Het valt hem altijd tegen. Hij kwam daarom bijvoorbeeld niet op afspraken, was het oneens met vorderingen, pleegde telefonische scheldkanonnades of liep boos weg. Hij moest rondkomen van 50 euro per week en vond dat geen pretje.
Hij had in het verleden vaak onhandige dingen gedaan die hem nog steeds stigmatiseren. Zo liep hij bij een vooroverleg over een sanering na twee minuten furieus weg, omdat er nog “nieuwe oude schulden” naar boven waren gekomen. Gelukkig heb ik het contact met hem kunnen behouden en wist ik de medewerker van de VKB ervan te overtuigen dat dit gedrag vaak voortkomt uit de angst dat het toch niet gaat lukken. Dan moet je de kwade boodschap voor zijn, door boos en dreigend weg te gaan. Dan weet je zeker dat het contact wordt verbroken. Het was een gewoonte van hem geworden. De medewerker van de VKB heeft de zaak opnieuw opgepakt en rustig toegewerkt naar een goed resultaat. Nu is hij over 36 maanden schuldenvrij.
Op de Dag van de Minima in de Klinker kwam hij langs bij onze tafel. Op de vraag hoe het met hem ging antwoordde hij: “Goud. Ik bin heulemoal leeg in de kop. Gain gezeur meer van deurwoarders en zo. Het gait goud.”
- Van coördinator Albert -